Ook een snackbar was ooit een zwaar risico


17 december 2020 - Zoals tegenwoordig taxibedrijven en tattooshops de grootste moeite hebben om zich te verzekeren, werden vele decennia geleden snackbars, videotheken en garagebedrijven als (te) grote risico’s beschouwd. De Pool Zware Brandrisico's Provinciale Maatschappijen (ZRP) bood jarenlang een oplossing, zodat deze bedrijven toch verzekerd konden worden.

Moeilijk verzekerbare risico’s zijn er altijd geweest. De Vereende en voorganger de VAN hebben vanaf de oprichting in 1940 als doel gehad een oplossing voor onverzekerbaarheid te bieden. Dat probleem deed zich aan het begin van de Tweede Wereldoorlog voor doordat de Londense en Duitse herverzekeringsmarkten geen capaciteit meer boden. Ruim twintig Nederlandse verzekeraars sloegen toen de handen ineen om via de VAN herverzekeringscapaciteit bijeen te brengen.

Toen verzekeraars na de oorlog weer terecht konden in de reguliere herverzekeringsmarkten, werd de rol van de VAN meer faciliterend voor afwijkende risico’s. Een voorbeeld daarvan is de ZRP, die dekking bood voor brandrisico’s die een maatschappij niet alleen wilde dragen.

Preventie in de kinderschoenen

Tot de doelgroep van de pool behoorden onder meer snackbars, zegt voormalig VAN-directeur Hans van Dijl. “Daar vloog voortdurend de vlam in de pan. Preventiemaatregelen zoals speciale afzuigkappen, vetafscheiders en brandwerende materialen waren er toen nog niet, dus frietkramen werden als een zwaar risico gezien. Hoewel na de oorlog veel risico’s gaandeweg weer door de reguliere markt opgepakt konden worden, bleef een aantal risico’s achter in de pool. Het was min of meer gewoonte geworden om die bij de ZRP te (her)verzekeren.”

Dat gold ook voor meer onconventionele ondernemingen die door de jaren heen ontstonden, zoals discotheken en sekshuizen en -shops. “Ook de horeca had een slechte naam als het ging om brandverzekeringen, maar dat is in de loop der jaren veranderd doordat er veel meer aandacht voor brandbeveiliging en preventie is gekomen”, zegt Van Dijl.

Markt zocht zelf oplossingen

De ZRP heeft nooit een grote omvang gehad en door de jaren heen slonk het aantal deelnemers door fusies en overnames tot zeven. “De pool heeft met name in de laatste jaren een kabbelend bestaan geleid”, zegt Van Dijl. “Zo rond 2000 kwam het punt dat verzekeraars die risico’s inmiddels wel zelf konden en wilden dragen of juist een beleid hadden gevormd dat ze zulke brandrisico’s helemaal niet meer accepteerden; de ontwikkeling in de markt ging immers richting standaardisatie. Alles waar inspectie bij kwam kijken, werd gaandeweg steeds meer als te duur en ingewikkeld ervaren. Veel verzekeraars gingen bedrijven dan ook verwijzen naar de coassurantiebeurs. Dan is een pool voor zware risico’s niet meer nodig, want die was toch vooral gericht op de provinciale verzekeraars. We hebben daarom besloten de pool in 2005 op te heffen. Door de sterk teruglopende omzet werden de totale kosten van het poolbeheer onevenredig hoger.”

Er waren in 2005 nog zo’n 600 bedrijfsmatige risico’s verzekerd, goed voor ongeveer een miljoen euro premie. Die posten zijn toen overgesloten naar de eigen brandportefeuilles van de zeven pooldeelnemers of naar de gespecialiseerde verzekeraar OOM. “Omdat er nog maar nauwelijks onafgehandelde schades in de pool waren achtergebleven, was de afwikkeling snel geregeld en kon de ZRP opgeheven worden.”

Of het nu om snackbars gaat of om taxibedrijven: in tijden van onverzekerbaarheid staat de Vereende klaar risico’s te verzekeren en zo mensen en bedrijven te helpen.

 

Meer artikelen uit de '80 jaar Vereende' reeks vindt u hier:

80 JAAR DE VEREENDE