Wat was de feitelijke situatie?
Vervolgens is de rechtbank gaan kijken wat er feitelijk aan de hand was: De rechtbank was van oordeel dat de functie van pick-up point voor via de app van Flink of de Too Good To Go app gekochte zaken niet viel onder het begrip winkelruimte. Bij die vorm van verkoop komt de koopovereenkomst immers niet in de bedrijfsruimte, maar op afstand tot stand. Door Flink was echter ook aangevoerd dat er in de bedrijfsruimte zelf producten worden gekocht. In reactie daarop had de advocaat van de eisende partij kennelijk een creatieve poging ondernomen om dat ook daadwerkelijk te doen, maar stuitte deze beste man op een ‘storing’ in het bestelsysteem. Dat was voor de rechtbank echter nog geen reden om aan te nemen dat er dus geen producten ter plaatse konden worden gekocht aangezien een storing juist wijst op een incident.
Toch ging Flink het daarmee niet redden. De rechtbank constateerde namelijk ook dat de winkelactiviteiten van volkomen ondergeschikt belang waren in het bedrijfsmodel van Flink, dat uitingen op haar website, de uitstraling van de gevel en de inhoud van haar algemene voorwaarden – waarin de winkelactiviteit slechts als bijkomstig wordt gepresenteerd – gericht was op het snel bezorgen van boodschappen bij consumenten die op afstand een bestelling hebben geplaatst. Dat er ook op locatie producten konden worden gekocht, maakte dat niet anders, nu uit niets bleek dat klanten daartoe zouden worden bewogen of dat die verkoop meer dan incidenteel plaatsvond. Het magazijn en het distributiecentrum van Flink waren dan ook niet ondersteunend aan het ter plaatse kopen van goederen door consumenten, maar aan de kern van de bedrijfsactiviteiten van Flink, namelijk het snel bij consumenten thuis bezorgen van de goederen die deze consumenten op afstand hebben gekocht.
Conclusie
De conclusie van de rechtbank was dan ook dat de bedrijfsruimte uitsluitend anders werd gebruikt dan als winkelruimte en dat dit niet het toegestane gebruik was. Een distributiecentrum of afhaalpunt is geen winkelruimte en wordt dat ook niet als consumenten heel af en toe ter plekke iets kopen. Kort en goed, het verbod kwam er dus (overigens in wat minder uitgebreide vorm dan gevorderd) en daarmee was het gedaan met de flitsbezorging. De moraal van dit verhaal, ook de privaatrechtelijke bestemming in een splitsingsakte of reglement kan uitkomst bieden als sprake is van overlast. Beperk je dus niet tot een check van het bestemmingsplan of de huurovereenkomst. En zorg dat je genoeg chips in huis hebt!
Auteur: Cornélie Arnouts | Advocaat vastgoed & beroepsaansprakelijkheid