De Nederlandse Pool voor Verzekering van Atoomrisico’s dekt al bijna 60 jaar het risico van kernongevallen in Nederland. Niek Bos, manager pools bij de Vereende, legt uit hoe dat werkt.
De Nederlandse Pool voor Verzekering van Atoomrisico’s dekt al bijna 60 jaar het risico van kernongevallen in Nederland. Niek Bos, manager pools bij de Vereende, legt uit hoe dat werkt.
Op grond van de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Wako) moeten organisaties die zich in enige vorm met nucleaire energie bezighouden, financiële zekerheid stellen voor schade die wordt veroorzaakt door de kerninstallatie. In Nederland is dat vormgegeven met een atoompool. Daarin nemen twaalf verzekeraars deel. “Financiële zekerheid kun je ook bieden met een bankgarantie”, zegt Bos. “Maar een garantie voor € 1,2 miljard is altijd duurder dan een verzekering en uiteindelijk moet je dat bedrag ook weer terugbetalen”, zegt Bos. “Bovendien gaat het om een risico met een hele lage frequentie. Een pool is per definitie het managen van een klein risico met potentieel grote gevolgen.”
Atoompools zijn er over de hele wereld: 23 in totaal. In alle pools dragen bij elkaar 300 verzekeraars gezamenlijk het risico van schade door of bij kerninstallaties. De pools fungeren daarnaast ook als elkaars herverzekeraar, zodat de dekkingscapaciteit is gegarandeerd. Want die kan oplopen tot meer dan een miljard. In ons land is de capaciteit de laatste jaren fors gestegen: “In 2007 was de minimale aansprakelijkheidslimiet voor Borssele € 340 mln. Inmiddels is dat € 1,2 mld. Die capaciteit moet je dan wel bieden.”
De ene pool is de andere niet, zegt Bos. “De Atoompool is – in tegenstelling tot bijvoorbeeld de terreurpool – een echte verzekeraar. Wij sluiten polissen af en zijn verantwoordelijk voor het verzekeren van de vijf kerninstallaties in Nederland.” Behalve de kerncentrale in Borssele zijn dat de centrale opslagplaats voor radioactief afval Covra in Vlissingen, het onderzoekscentrum in Petten, de onderzoeksreactor van de TU in Delft en de fabriek voor verrijking van uranium Urenco in Almelo.”
De Atoompool onderhandelt met makelaars en klanten over voorwaarden en prijs. Bos: “We hebben maar 5 klanten, maar de risico’s zijn technisch en juridisch complex. Wij bezoeken de risico’s zelf elke 5 jaar. Er vindt dan ook een inspectie plaats door een internationale deskundige. Daar komen soms aanbevelingen uit en die worden intensief besproken.
Deelnemen in een pool is niet verplicht. “Verzekeraars kiezen ervoor op grond van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.” Het grootste deel van de capaciteit van € 1,2 miljard koopt Bos dan ook internationaal in, bij de andere atoompools. “Nederlandse verzekeraars dragen zelf € 15 miljoen bij. Het zou goed zijn als de markt iets meer zijn nek zou uitsteken voor deze risico’s. Nederlandse verzekeraars zijn helaas wat minder gericht op industriële risico’s . Dat heeft zijn weerslag op de capaciteit.”
Bij de term ‘atoomrisico’ denken we al snel aan kernrampen zoals in Tsjernobyl (1986) en Fukushima (2011). Toch zijn dat twee gebeurtenissen waarbij geen beroep werd gedaan op de internationale atoompools, zegt Bos. “Tsjernobyl was niet verzekerd binnen het systeem van internationale pools en op Japanse atoomverzekeringen is schade als gevolg van tsunami’s en aardbevingen uitgesloten. Er zijn in die gevallen dus geen uitkeringen gedaan.” Bij atoomrisico’s kun je ook aan meer alledaagse voorvallen denken, zegt Bos. “Er hoeft maar een vrachtwagen met nucleair afval een lekke band te krijgen en het hele gebied wordt afgezet.” De schade die daarmee gemoeid is, wordt dan gedekt vanuit de Atoompool. “Het is dan geen nucleaire ramp, maar een weg afzetten kost geld en daar komt dan een aansprakelijkheidsclaim uit.”
Kerninstallaties kunnen bij de Atoompool twee soorten verzekeringen sluiten: een aansprakelijkheidspolis en een brandpolis. “De AVB is grotendeels te vergelijken met een standaard aansprakelijkheidsverzekering, maar dan met kleine variaties. Er is uiteraard geen uitsluiting voor nucleaire schade, maar weer wel voor natuurrampen. De brandverzekering is niet verplicht. Die hebben we voor een deel van de objecten echter ook in de boeken, maar dat is meer omdat ze ons weten te vinden en omdat de markt niet happig is om dit soort objecten te verzekeren.”
Voor de ramp in Fukushima hoefden de atoompools dus geen schade te vergoeden. Maar het heeft wel nieuwe inzichten opgeleverd, zegt Bos. “Het heeft druk gelegd op de schadebehandeling. Er waren tienduizenden slachtoffers. Wij zitten hier met anderhalve fte en bij de andere pools is dat niet veel meer. De ramp in Fukushima heeft ertoe geleid dat er intensief internationaal is samengewerkt om een blauwdruk te maken voor een schadebehandelingssysteem. In Nederland hebben we nu een overeenkomst gesloten met Crawford. Er wordt gewerkt aan een portal en een app waar schademeldingen gedaan kunnen worden.” Verder is met de Belgische pool afgesproken dat een gezamenlijk callcenter voor publieksvragen wordt ingericht bij calamiteiten. Ook wordt samen met het COT, Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement, gekeken naar crisisbeheersing, de relevante partners hierbij en voorspelbare uitdagingen bij nucleaire ongevallen”.
Ook op veiligheidsgebied zijn er maatregelen getroffen na Fukushima: “Er is bijvoorbeeld een muur van een halve meter hoog gebouwd om de kerncentrales van Tihange in België. Die moeten bescherming bieden tegen een eventuele overstroming van de Maas.”