9 januari 2019 - Sinds 1 januari van dit jaar heeft het bestuur van het Waarborgfonds Motorverkeer een nieuwe voorzitter: Thom Mallant. Hij is goed bekend met het Waarborgfonds, want hij was al lid van het bestuur. Thom Mallant volgt Rolf Hof op, die na 8 jaar de voorzittershamer neerlegt. Voor het Waarborgfonds en haar medewerkers is dit een uitgelezen gelegenheid om een aantal stellingen over actuele strategische onderwerpen voor te leggen aan de nieuwe en aan de vertrekkende voorzitter.
Stelling 1:
Het Waarborgfonds moet een rol spelen bij het terugdringen van het aantal onverzekerden.
Hof: “Het Waarborgfonds dekt schade veroorzaakt door onbekende en onverzekerde motorvoertuigen. Vanuit die rol kan het Waarborgfonds een rol spelen bij het terugdringen van het aantal onverzekerden. En moet dat ook doen. Niet door achter onverzekerden aan te gaan en boetes uit te delen. Maar door het publiek te informeren over de gevolgen van onverzekerd rijden. Als het Waarborgfonds slachtoffers financieel compenseert, hoort daar vervolgens ook schade verhalen op onverzekerde daders bij. De rol die sommige andere landen aan het Waarborgfonds hebben gegeven zoals opleggen van boetes, moet je niet vermengen met de huidige rol van het Waarborgfonds.”
Mallant: “Uiteindelijk betalen we met zijn allen de schadelast van het Waarborgfonds via een bijdrage bij elke motorvoertuigverzekering. Dat heeft te maken met solidariteit en draagvlak. En om dat te houden moeten we ook actie ondernemen. Allereerst door hen bewust te maken van het belang van verzekerd te zijn. En ja, bij mensen die onverzekerd schade rijden, dienen we verhaal te halen en dat moeten we ook duidelijk zichtbaar maken. Maar ik denk ook dat straffen niet bij het Waarborgfonds hoort.“
Hof: “Het aantal onverzekerden is nu ook geen acuut probleem. Het aantal claims door onverzekerde automobilisten neemt af. Maar desalniettemin moeten we hier aandacht aan blijven besteden. Uiteindelijk wil je het aantal naar 0 brengen. Een utopie, maar daar streven we wel naar.”
Mallant: ”Dat heeft ook te maken met de huidige economische tijden waarin het wat beter gaat. Dan kunnen meer mensen het betalen. Dan heb je een andere situatie. Er komen natuurlijk ook andere tijden waardoor het aantal mogelijk weer gaat oplopen.”
Hof: “Het zou ook goed zijn om te onderzoeken of we een intensievere en structurele samenwerking met het RDW kunnen realiseren. Door bijvoorbeeld het delen van data met het RDW, binnen de mogelijkheden van de wet, kan het Waarborgfonds een actievere rol spelen bij het terugdringen van het aantal onverzekerden.”
Stelling 2:
Het Waarborgfonds moet tot het uiterste gaan om de naamsbekendheid en de bekendheid met de taken van het Waarborgfonds te vergroten?
Mallant: “Het woord ‘uiterste’ prikkelt. Als je dat woord eruit haalt, is het een goede stelling. De schadelast van het Waarborgfonds wordt opgebracht door elke bezitter van een verzekerd motorvoertuig. En dan vind ik ook dat je als Waarborgfonds de verplichting hebt dat je bekend maakt dat je er bent en wat je doet. Daar kan je vrij ver in gaan. Over het woord ‘uiterste’ kun je dus discussiëren.
Doet het Waarborgfonds dat voldoende? Ik denk dat we zeker een goede slag gemaakt hebben met de website, social media en schadezonderdader. Binnenkort lanceren we ook een interactieve video. Hiermee kunnen mensen eenvoudig zien of zij in hun specifieke situatie recht hebben op een vergoeding. Dat past ook bij de tijd. En daar zullen we zeker verder mee moeten gaan. We kunnen niet achterover leunen en tevreden terugkijken. De samenleving verandert en het wordt hier en daar complexer. Daar moeten we in meegaan.”
Hof: “Het vergroten van de naamsbekendheid en van de activiteiten van het waarborgfonds is erg belangrijk. Maar ik zou ook graag de preventieve kant benadrukken. En zo het aantal claims verminderen en een signaal afgeven aan de samenleving dat als je iets kapot maakt, je daar de gevolgen van moet accepteren. En als er wat gebeurt, dan moet het Waarborgfonds makkelijk gevonden kunnen worden.”
Mallant: “Als we door grotere naamsbekendheid meer claims krijgen die passen binnen de spelregels van het Waarborgfonds en we daardoor meer mensen kunnen helpen, op materieel gebied, maar zeker ook met letsel, dan vind ik dat een heel mooie ontwikkeling. Ze krijgen dan een vergoeding waarvoor het Waarborgfonds in leven is geroepen.”
Hof: “Er zijn natuurlijk ook mensen die een claim indienen bij het Waarborgfonds die niet gehonoreerd wordt. Deze mensen zijn teleurgesteld. Het zou mooi zijn wanneer ook deze mensen ergens nog geholpen worden, zodat ze positief bij ons weggaan. Dit is één van de dingen waar we veel over nadenken en waar we graag verdere stappen in zouden willen nemen.”
Mallant: “De waardering van de dienstverlening van het Waarborgfonds wordt gemeten met twee NPS cijfers (Net Promoter Score). Een voor toegewezen claims en een voor niet toegewezen claims. Er zit een groot verschil tussen de scores. Maar ook bij de afgewezen claims zien we dat de cijfers wat positiever worden. Daaraan kan je zien dat we op de goede weg zijn. De medewerkers van het Waarborgfonds zijn erg doordrongen van de maatschappelijke functie en doen hun werk gewoon goed. Dat verdient onze complimenten. Wij, als bestuur, hebben een toezichthoudende functie en staan op enige afstand. Het echte werk wordt niet door ons, maar door de medewerkers en directie verricht.”
Stelling 3:
Waar zou het Waarborgfonds voor moeten kiezen: 1 digitalisering en procesoptimalisatie of 2 toegevoegde waarde voor claimanten die wel of die geen uitkering van het Waarborgfonds ontvangen?
Hof: “Digitalisering en procesoptimalisatie moet je altijd doen. Dit is een voorwaarde voor elke moderne organisatie om succesvol te zijn. Een steeds kleiner deel van de samenleving kan nog niet digitaal communiceren. Daar moet je ook aandacht voor hebben. Dat is het duale in de samenleving. Enerzijds zo snel mogelijk digitaliseren, anderzijds moeten we ook oog voor deze groep hebben. De digitalisering moet bijdragen aan het bieden van toegevoegde waarde voor de claimanten. Dat is wel een echte uitdaging.”
Mallant: “Het digitaliseren en procesoptimalisatie is een middel. Door dat goed te doen kan je de kring van gerechtigden goed bereiken. Dan begint het bieden van toegevoegde waarde voor de claimanten. Ik denk niet dat het bieden van toegevoegde waarde ooit af is. Dat wordt bepaald door de tijd waarin we leven. De zekerheid waar de tijd om vraagt. Het begint bij de medewerkers van het Waarborgfonds. Zij zijn zich heel bewust van de maatschappelijke taak van het Waarborgfonds. Daarnaast is duidelijkheid over de spelregels nodig. Wat valt wel en wat valt niet onder het Waarborgfonds? Dat is ook belangrijk voor de solidariteit en het draagvlak. Waarom krijgt persoon 1 namelijk wel een vergoeding en waarom persoon 2 niet? Daar is duidelijkheid en transparantie nodig.”
Hof: “Ik heb ook nog een droom op het gebied van digitalisering en procesoptimalisatie. Er wordt steeds meer gedigitaliseerd en er komt steeds meer data beschikbaar. Hoe kunnen we die data gebruiken om preventieve maatregelen te ontwikkelen?”
Mallant: “Volgens mij wordt dit door technologische ontwikkelingen redelijk snel mogelijk. Zo zijn er heatmaps waar op een kaart alle bij de politie geregistreerde ongelukken te zien zijn plus de datum en het tijdstip. Dit wordt bijvoorbeeld ook ter beschikking gesteld aan transportbedrijven. Zodat zij met de planning rekening kunnen houden dat op bepaalde tijdstippen en locaties vaker ongelukken gebeuren. In verleden was het geen doen om bijvoorbeeld schades in een bepaalde parkeergarage uit je schadeverloop te halen. Dat was te intensief. In deze tijd moet dat mogelijk worden.”
Stelling 4:
Het dekken van schade aan wegmeubilair past goed bij het Waarborgfonds.
Hof: “Bij de oprichting van het Waarborgfonds in 1965 was het wegmeubilair beperkt. Dat is in de loop der tijd enorm toegenomen. Zowel qua kwantiteit als complexiteit. De kosten voor het repareren van het wegmeubilair zijn ook enorm toegenomen. Ongeveer 38% van de betaalde bedragen is voor wegmeubilair. Het Waarborgfonds is opgericht vanuit het oogpunt van slachtofferbescherming.”
Mallant: “Je kunt inderdaad kijken hoe het historisch zo gegroeid is. Maar feit is dat het onder het Waarborgfonds valt. Er is een wettelijke basis voor slachtoffers om een claim in te kunnen dienen, maar ook voor gemeentes. Maar het is belangrijk om de balans in de gaten te houden. In essentie vinden we dat het Waarborgfonds er voor slachtoffers is. Wanneer dan een steeds groter gedeelte naar het wegmeubilair gaat, kan je daar een discussie met de stakeholders over voeren. Op een open en transparante manier. Daar is al een begin mee gemaakt.”
Hof: “Dat is het mooie aan de huidige situatie van het wegmeubilair. We behandelen alle schades zoals we met elkaar hebben afgesproken. Tegelijkertijd zijn we bezig het proces te optimaliseren, te kijken of we preventief wat dingen kunnen verbeteren en tegelijkertijd voer je de discussie: hoort het wel thuis bij het Waarborgfonds. Dat vind ik een heel mooi parallel traject wat je aan het voeren bent met open vizier. Waar het op uit komt? De tijd zal het leren.”
Mallant: “Ik ben het eens met de conclusie van Rolf. Ik wil er nog aan toevoegen dat de balans in de gaten moet worden gehouden. En het is belangrijk dat het Waarborgfonds mee verandert met de omgeving en de tijd.”