Solidariteit is een reuze interessant maatschappelijk thema. Het Verbond belegde er onlangs een bijeenkomst over met jonge verzekeraars. In een select gezelschap van zes jonge verzekeraars en vier jonge medewerkers van de Vereende spraken twee mensen van het Verbond en vier sprekers van de Vereende met elkaar over solidariteit. Het leverde interessante discussies op.
Rokers
Bijvoorbeeld over de vraag of een gezonde leefstijl tot een lagere premie op levens- of zorgverzekeringen moet leiden. De meningen waren verdeeld. Enerzijds wil een niet-roker niet meebetalen voor zorgkosten die worden veroorzaakt door roken. Maar anderzijds begeef je je daarmee op een hellend vlak. Hoe stel je oorzaak en gevolg vast? Kan iemand er iets aan doen dat hij uit een lagere sociale klasse komt waar meer wordt gerookt en ongezonder wordt gegeten?
Overstroming
Niet alleen de leefstijl, ook de woonsituatie kan een solidariteitsdiscussie met zich meebrengen. Mogen we van iemand die hoog en droog op een flat in Groningen woont vragen om solidair te zijn met iemand die in een overstromingsgebied woont? Als we dat zo organiseren, zou het risico goed verzekerd kunnen worden. De enige verzekeringsoplossing die er nu is, is niet voor iedereen toegankelijk. Het aantal klanten in een bepaald postcodegebied is beperkt. En hoe zit het dan met de rol van de overheid en hoe werkt de WTS (wet tegemoetkoming schade bij rampen)?
Jongeren en solidariteit
Hoe solidair zijn de jongeren van nu? Hebben zij nog wel iets over voor een ander? Helpen zij iemand die van zijn fiets is gevallen? De meesten zullen ‘ja’ antwoorden op deze vraag. Maar helpen ze ook vluchtelingen die een veilig onderkomen zoeken? Over die kwestie zijn de meningen al veel meer verdeeld.
Jongeren kiezen over het algemeen wel voor solidariteit als het gaat om schade of kosten waaraan iemand niets kan doen. Denk aan DNA-afwijkingen of leeftijd. Kiest iemand ervoor ongezond of gevaarlijk te leven, dan is de solidariteitszin veel minder. Maar de vraag blijft of roken een keuze is uit vrije wil of een verslaving.
En hoe denken jongeren over solidariteit van anderen met hun eigen schades? Zij vinden niet per se dat verzekeringnemers van middelbare leeftijd moeten meebetalen aan de schades van jongeren. Al willen zij wel meer aandacht voor het feit dat niet alle jongeren slecht rijden en veel schades veroorzaken. Onbegrip is er wel voor de hogere autopremie die moet worden betaald als je verhuist van een dorp naar een stad. Je rijdt immers in dezelfde auto? Pas wanneer iemand wordt geconfronteerd met schade (bijvoorbeeld brand met Oud en Nieuw) ontstaat begrip voor de hogere premie voor de grotere risico’s in een stad.
Andere solidariteit?
Gaan we naar een individualistische, minder solidaire samenleving of vraagt deze tijd nu juist om meer gemeenschapszin? Misschien moeten we de bestaande ideeën over solidariteit loslaten en opnieuw definiëren wat het begrip inhoudt anno 2018.
Het verlangen naar meer menselijkheid en onderling vertrouwen groeit. Tegelijk weten we meer dan ooit en kunnen we risico’s beter dan ooit inschatten. Wie door zijn rijstijl een groot risico vormt, mag van een jongere best meer premie betalen dan een automobilist die zich voorzichtiger opstelt in het verkeer. Tenderen we ernaar om pech met elkaar en dus solidair op te vangen en ‘eigen schuld’ niet? Maar wat is dan die eigen schuld?
Vangnet
Bij de Vereende blijven we terughoudend met het differentiëren van premie op basis van gedrag of schadeverloop. We vormen immers een vangnet voor verzekerden die elders moeilijk terecht kunnen. Bij het Waarborgfonds Motorverkeer bieden we bescherming tegen onverzekerde bestuurders en doorrijders na een ongeval. Alle motorrijtuigbezitters betalen daar via hun autopremie aan mee, waarmee we dus allemaal solidair zijn met slachtoffers die schade of letsel ondervinden door enkele weggebruikers.
Anders ligt het bij het Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden. Gemoedsbezwaarden sluiten geen verzekeringen af, maar dragen met elkaar de lasten: onderlinge solidariteit dus. Als maatschappij zijn we solidair met de gemoedsbezwaarden, door in de WAM vrijstelling van de verzekeringsplicht te regelen. Het FMG regelt de vrijstellingsbewijzen en vergoedt de door gemoedsbezwaarden veroorzaakte schade aan benadeelden. In feite gaat het om voorschieten, want de gemoedsbezwaarden betalen de schade weer terug aan het FMG.
Geven, maar ook nemen
De Vereende maakt met haar oplossingen de solidariteit concreet. En we vergeten het soms, maar solidair zijn werkt twee kanten op: het is geven én nemen. Het betekent niet alleen zelf bijdragen aan het helpen van een ander als dat nodig is. Het kan zomaar gebeuren dat je zelf een beroep moet doen op de solidariteit van anderen.
Wij blijven solidariteit hoog op de agenda plaatsen. Ik hoop dat jongeren dat ook doen. En dat we volgende keer een bijeenkomst hebben met een grotere groep jonge verzekeraars. Wat mij betreft mogen dat er in plaats van zes wel zeshonderd zijn!